• Meng de bloem, boter, ei en wat peper en zout snel door elkaar tot een soepel deeg dat niet plakt. Als het wel plakt voeg je wat bloem toe, als het te droog is wat koud water.
• Wikkel het deeg in plastic folie en laat 1 uur rusten in de koelkast.
• Vet de vormpjes in met boter of bakspray.
• Rol het deeg op een licht bebloemd werkblad uit met de deegroller tot ongeveer 2-3 mm dikte.
• Steek of snij rondjes uit het deeg iets groter dan je vormpjes of grote vorm en bekleed deze hiermee. Prik met een vork gaatjes in de bodem.
• Zet de vormpjes 20-30 minuten in de koelkast of 15 minuten in de vriezer.
• Verwarm de oven voor op 180 graden.
• Haal de vormpjes uit de vriezer, bedek met bakpapier en de blindbakvulling. Bak ze 10 minuten in de oven.
• Verwijder de blindbakvulling en het bakpapier en bak nog 5 minuten tot het deeg begint te bruinen.
• Haal ze uit de oven, laat even afkoelen en haal dan uit de vormpjes. Laat op een rooster helemaal afkoelen.

De geitenkaascrème:

• Klop met een mixer de geitenkaas los. Doe de slagroom erbij en klop het kort tot een romig mengsel zonder klontjes.
• Breng op smaak met peper en zout.

De topping:

• Maak de venkel schoon en snijd in reepjes van 5-6 cm lang.
• Snijd de lange stukken zeekraal doormidden en halveer de druiven.
• Verwarm wat olie in een koekenpan en bak de venkelreepjes ongeveer 5 minuten, ze mogen iets bruin worden.
• Voeg de zeekraal en de druiven toe en roerbak enkele minuten totdat alles warm is. Breng op smaak met peper en eventueel zout.
• Afmaken:
• Vul de tartelettebakjes met de geitenkaascrème.
• Verdeel het lauwe venkel-zeekraal-druiven mengsel over de bakjes.
• Strooi de cashewnootjes of pijnboompitten erover.