• Maak een bechamelsaus: smelt de boter in een pan op met dikke bodem, roer als de boter gesmolten is de bloem er in één keer door. Roer op middelhoog vuur met een houten lepel tot de massa egaal is.
• Voeg nu een klein deel van de melk toe en blijf steeds roeren totdat alle klontjes eruit zijn. Voeg dan weer een beetje melk toe. Herhaal dit totdat alle melk toegevoegd is.
• Voeg wat nootmuskaat en wat zout en peper toe. Roer goed door.
• Brokkel de helft van de roquefort (of geraspte kaas) door de bechamelsaus, roer goed totdat deze is gesmolten en je een egale saus hebt. Zet het vuur dan uit.
• Verwarm je oven voor op 200 graden.
• Verhit in een wok of hapjespan een beetje olie en roerbak de spinazie in gedeelten totdat deze geslonken is.
• Voeg de bechamel-kaassaus, citroenrasp en de helft van de kruidnoten toe aan de spinazie en roer goed door.
• Giet het mengsel in een ovenschaal en bestrooi met de rest van roquefort (of geraspte kaas) en verdeel de rest van de kruidnoten-kruimeld erover.
• Zet ongeveer 15-20 minuten in de oven.
• Lekker met aardappelpuree (kan eventueel ook als onderlaag in de ovenschaal) of met pasta.

Dit recept komt uit het kookboek ‘Maak van de noot een deugd’ – koken met kruidnoten- van Marije Sietsma met wat eigen aanpassingen.